"De politiek had de incidenten rond Marokkaanse reljongeren in Gouda moeten aangrijpen om een parlementaire enquête in te stellen. Dat had veel onvrede weggenomen, en er was dan beter zicht gekomen op de oorzaak van de problemen."
Voormalig voorzitter van het College van Procureurs-Generaal Arthur Docters van Leeuwen zei dit woensdagavond in het Haagse perscentrum Nieuwspoort tijdens de eerste Kees Lunshof-lezing. De lezing is vernoemd naar de vorig jaar overleden Telegraaf-journalist.
Volgens Docters van Leeuwen groeit de kloof tussen burger en politiek omdat Den Haag krampachtig volhoudt 'geen incidentenpolitiek' te willen bedrijven. Met incidenten doelt hij op bijvoorbeeld de agressie tegen hulpverleners, maar ook op de rellende Marokkaanse jongeren in Gouda.
De prijs die volgens hem wordt betaald voor het negeren van dergelijke incidenten is 'de versterking van het grote ongenoegen, de 'bad feelings' die onder het volk leven jegens de maatschappij in het algemeen, maar jegens de machtselite in het bijzonder'.
De oplossing ligt volgens de jurist binnen handbereik: de parlementaire enquête is volgens hem een 'prima middel' voor de politiek om af te rekenen met incidenten.
'Maar... waarom moet het water ons steeds tot de lippen stijgen eer we zo’n hoogstandje uitvoeren? Waarom is dit niet dagelijkse praktijk?,' vraagt hij zich af.
Als de politiek via zo'n onderzoek alle betrokkenen van de onlusten in Gouda aan het woord had gelaten, dan had het laten zien dat de incidenten wél serieus worden genomen.
'Waarom heeft de Tweede Kamer wel een toch weer beleidsachtig debat gehouden over de Goudse incidenten, maar niet die Goudse korpschef gehoord, en ook niet zijn opperbaas (Stikvoort), die de Kamer nog wel "voor de laatste maal waarschuwde", en de hoofdofficier niet en de burgemeester niet en de Commissaris der Koningin ook al niet, etc.'
Docters van Leeuwen slaat met zijn bijdrage de spijker op zijn kop! Er is in de 2e Kamer op basis van een voorval in Gouda veel te veel op dat incident ingegaan, waarbij op geen enkele wijze hoor en wederhoor heeft plaatsgehad. Korpschef Jan Stikvoort van district Hollands-Midden, had destijds volkomen gelijk toen hij opmerkte dat de Kamer het incident in Gouda opklopte.
De steunbetuiging die nu alsnog wordt geuit komt wel wat laat, maar laat het een les voor de 2e Kamer zijn. Ga niet op incidenten in, laat dat over aan mensen uit het veld die daar direct mee te maken hebben en als je als 2e Kamer vanuit de landelijke politiek iets wilt doen om een goed beeld te krijgen van de situatie, houdt dan een hoorzitting of kies voor een parlementair onderzoek. Eventueel zou je ook een parlementaire enquête kunnen organiseren, maar dat is wel een erg heftig instrument.
Gouda is op de goede weg en het zou fijn zijn als de landelijke politiek dat ondersteunt met middelen en meer wettelijke mogelijkheden voor een gerichte aanpak.
