maandag 28 januari 2013

Goede uitvoering Gouds Wmo-beleid

Gouda scoort net als vorig jaar goed bij het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit blijkt uit een vergelijking van het Goudse beleid met dat van andere gemeenten. Gouda scoort daarbij hoger dan het gemiddelde. Daarnaast wordt toegankelijkheid en de levering van individuele voorzieningen beoordeeld met een ruim voldoende. Cliënten geven de uitvoering van het Wmo-beleid meer dan een 7.

Ieder jaar laat de gemeente de uitvoering van haar eigen Wmo-beleid onderzoeken. Zij wil dat iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving. Die samenleving en behoeften van cliënten veranderen voortdurend. Door kritisch naar zichzelf kijken, krijgt de gemeente zicht op verbeterpunten en kan verbeteringen inzetten. De gemeente voert voor de Wmo en voor de individuele voorzieningen een benchmark uit met andere gemeenten. In totaal hebben 124 gemeenten aan de basisbenchmark deelgenomen.

Benchmark

Voor participatie zijn in de gemeente Gouda bijna alle doelgroepen binnen de Wmo-raad vertegenwoordigd, wat een bredere vertegenwoordiging is dan in andere gemeenten. Op de inzet voor het bevorderen van het sociale klimaat en leefbaarheid scoort de gemeente maximaal. Bij de aanwezigheid van faciliteiten en voorzieningen voor de jeugd zoals opvoedondersteuning haalt Gouda het maximale aantal punten. Dat geldt ook voor de registratie van vragen bij het opvoedsteunpunt, het gebruik van opvoedingsondersteuning, het CJG loket en een maximaal aantal punten voor het schoolmaatschappelijk werk.

De gemeente Gouda scoort hoog op informatie, advies en individuele voorzieningen. Het percentage ligt 12% hoger dan het benchmarkgemiddelde en 15% hoger dan het gemiddelde van de gemeentegrootteklasse. Voor mantelzorg scoort Gouda ook hoog en ruim 10% boven de gemiddelde scores. Het gaat daarbij om de rol van het steunpunt , de ondersteuning van mantelzorgers, het zicht op het gebruik, het bereik van mantelzorgers en de inzet op mantelzorgers. Het vrijwilligerswerk scoort zeer hoog en ruim 20% hoger dan het benchmarkgemiddelde.

De gemeente Gouda is een ‘centrumgemeente’ en heeft daarmee meer verantwoordelijkheden dan een ‘regiogemeente’. Maar elke gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid voor (collectieve) preventie, toeleiding en nazorg. Bij opvang komt de gemeente Gouda boven de gemiddelde scores van de gemeentegrootteklasse van centrumgemeenten en alle deelnemende centrumgemeenten. Het valt op dat Gouda maximaal scoort op inzet voor vrouwenopvang en huiselijk geweld plus op inzet OGGZ.

Tevredenheidsonderzoek

Onder alle cliënten die in 2010 of 2011 een aanvraag hebben gedaan voor hulp bij het huishouden en/of een andere Wmo -voorziening is een tevredenheidsonderzoek gedaan. Het betreft 1000 inwoners. Het gemiddelde rapportcijfer voor de aanvraagprocedure voor Wmo-voorzieningen is een 7,2. Het gemiddelde rapportcijfer voor hulp bij het huishouden is een 7,7 in Gouda. Het gemiddelde rapportcijfer over de totale tevredenheid over het Wmo-hulpmiddel of de Wmo-hulpmiddelen is een 7,4. Meer informatie Het samenvattende rapport en de onderliggende onderzoeken (uitgevoerd door SGBO) zijn beschikbaar via www.gouda.nl/wmo of via het Infopunt Zorg en Welzijn van de gemeente.

Persbericht gemeente Gouda

vrijdag 11 januari 2013

Kansen Groene Hart voor het oprapen


De drie colleges van Gouda, Woerden en Alphen aan den Rijn slaan de handen ineen en besloten op 8 januari een heldere koers voor de economie van het Groene Hart te gaan formuleren. Voor de zomer moeten ambities en agenda  gereed zijn. Deze worden opgesteld in nauwe samenwerking met kennisinstituten en ondernemers.

Als het aan de drie colleges ligt (her)pakt het Groene Hart haar economische positie in de Randstad.
Het Groene Hart is van oudsher sterk in de land- en de tuinbouw, de handel en de logistiek. Deze sectoren staan echter steeds meer onder druk.  Er moet geïnnoveerd worden anders raakt de economische rol van het Groene Hart uitgespeeld en verwordt het gebied tot een museum. Een museum zonder economische potentie, dat is geen gezond perspectief. Niet voor de werkgelegenheid, de ondernemers  maar zeker ook niet voor het gebied.

De Universiteit van Wageningen onderzoekt momenteel in opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn in hoeverre het Groene Hart aan zou kunnen sluiten bij de ‘biobased delta’ en (weer) als produktieland voor voedsel, energie en andere grondstoffen kan dienen.

De uitwerking  bevindt zich nog in een pril stadium, zo laten de colleges na gezamenlijk overleg weten,  maar door direct met zowel de ondernemers als de kennisinstituten aan de slag te gaan, weten we waar de kansen liggen. Europa en de metropoolregio's opereren snel, het Groene Hart heeft geen tijd te verliezen.
Door, naast het belang van recreatie en toerisme, terug te grijpen op de kracht van het produktieland willen de colleges de regionale economie weer versterken.
Juist in een tijd dat men zich wereldwijd grote zorgen maakt om voedselschaarste en energievoorziening liggen de kansen voor een biobased economie voor het oprapen, ook in  het Groene Hart.


Persbericht Gemeente Gouda